Doel van het spel
Het doel van het spel is de leerlingen van het VMBO op het Pius X College in Bladel op een leuke manier inzicht geven dat ze het afgelopen jaar veel te weten zijn gekomen over de agrarische sector. De leerlingen worden opgedeeld in teams van 4 personen (maximaal 5 teams). Ieder team kiest een trekker uit en een vak op het speelbord waar het team wil beginnen. Het speelbord is levensgroot en heeft wat weg van Triviant/ Party & Co. Het doel van het spel is het verzamelen van zoveel mogelijk fiches.
Het team wat het hoogste dobbelt mag beginnen. Door het gooien van de dobbelsteen wordt bepaald hoeveel stappen het team vooruit mag zetten. Stappen op het speelbord mogen alleen met de klok mee (rechtsom) genomen worden. De tractor mag niet terechtkomen op eenzelfde icoon als de ronde daarvoor. Het spel heeft een vijftal onderdelen:
- Vragen: Wanneer een team op het oranje vakje komt krijgt het team een vraag voorgelezen door de spelleider. Het team mag kort overleggen en geeft daarna het antwoord. Wanneer het antwoord juist is krijgt het team 1 fiche erbij. De vragen komen uit de lessen die de leerlingen hebben gehad op school.
- Uitbeelden: Het blauwe vakje staat voor uitbeelden. Het team kiest 1 persoon uit die van de spelleider een woord te zien krijgt dat hij/ zij moet uitbeelden, zonder daarbij te praten. De rest van het team krijgt 1 minuut de tijd om het woord te raden. De tijd gaat in, zodra de spelleider de zandloper omdraait. Als het team in staat is om het woord te raden krijgen ze er 1 fiche bij.
- Debat: Komt een team op het vak debat dan leest de spelleider een stelling voor. Het team overlegd of ze deze stelling willen verdedigen of verwerpen (dus of ze voor of tegen zijn). Vervolgens kiezen ze een andere team waarmee ze willen debatteren. Beide groepen krijgen een minuut om zich even kort voor te bereiden op het debat. Waarna er in 2 minuten gedebatteerd wordt. De overige teams bepalen welk team het beste heeft gedebatteerd (wie heeft je overtuigd). De winnaar krijgt 2 fiches. Bij het debat mogen de twee groepen ook allebei voor zijn voor één stelling. Degene met de beste argumenten wint de ronde.
- Tekenen: Het team dat op het tekenvakje komt, kiest een vertegenwoordiger uit die van de spelleider een tekenopdracht krijgt. De rest van het team krijgt 1 minuut de tijd om te raden wat er getekend wordt. Let op: hier kunnen ook spreekwoorden tussen zitten. Ieder goed geraden antwoord levert 1 fiche. Als het team past bij het tekenen, dan dient het team 1 fiche in te leveren.
- Battles: Het is tijd op te battelen. Het team dat aan de beurt is, kiest een tegenstander om tegen te strijden. Er zijn verschillende battles: Kruigenwagenrace, Spijkerpoepen, Koffieboontje zuigen, Zaklopen en Lepelrace. Tijdens de battle wordt er gestreden om al verworven fiches. Het team mag zelf weten hoeveel fiches ze willen inzetten, wel moeten beide teams een gelijk aantal fiches inzetten. Het verliezende team moet de inzet afstaan aan het winnende team.
Tijdsverdeling
Het spel zal een blokuur (100 minuten in beslag nemen). De spelleider zal samen met de docent aan het begin van de les iedereen welkom heten en zich voorstellen. Kort zal er wat vertelt worden over wat het BAJK doet en wordt het spel kort toegelicht. Aan het eind van het spel wordt gevraagd kort een evaluatieformulier in te vullen. De spelleider heeft deze papieren bij zich en zal ze verspreiden.
Is het wellicht handig om van tevoren al een groepsindeling te maken?
De tijdsindeling zal er grofweg als volgt uit zien:
0 – 5 min. Installeren leerlingen
5 – 15 min. Voorstellen BAJK., speluitleg en indelen groepen (of indeling vertellen)
15- 75 min Spel spelen ‘Boerderijspel’ (60 minuten)
75- 80 min Nabespreken spel
80-85 min Invullen evaluatieformulieren
85-90 min. Afsluiten Boerderijspel
