Maak gebruik van de Borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet (VVK)

Sinds 1 januari kunnen boeren en tuinders gebruik maken van de Borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet (VVK). Rabobank biedt als enige bank deze variant binnen de Borgstellingsregeling voor de Landbouw aan. De Borgstellingsregeling VVK biedt jonge boeren en tuinders de kans om binnen drie jaar na de start of bedrijfsovername te investeren in het toekomstbestendiger maken van het bedrijf. Voor de introductie van de VVK Borgstellingsregeling werkt de Rabobank samen met het ministerie van LNV, de rijkdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het NAJK.

Wat houdt de regeling in?
Als de overname van een land- of tuinbouwbedrijf gefinancierd is, is het vaak lastig om ook nog het bedrijf toekomstbestendiger te maken. Aanvullende financiering is dan soms niet meer mogelijk vanwege een tekort aan eigen vermogen. De VVK, in de vorm van een achtergestelde lening, kan jonge boeren en tuinders meer financiële ruimte geven om een stap vooruit te zetten naar een toekomstbestendig agrarisch bedrijf. Met de borgstellingregeling VVK staat de overheid garant voor een gedeelte van de lening. Hierdoor kan de bank de beoogde investering eerder financieren en wordt de leencapaciteit van het bedrijf vergroot.

Wat kun je met deze regeling financieren?
Met de VVK kun je investeren in een duurzame bedrijfsontwikkeling na de bedrijfsovername. Voorbeelden zijn investeringen in het sluiten van kringlopen, het versterken van de sociaaleconomische positie van de boer in de keten, de klimaatopgave, ecosystemen, dierenwelzijn en de waardering voor voedsel. Het maximale borgstellingsbedrag voor de VVK per bedrijf bedraagt EUR 2,5 miljoen. Maar niet alles kan zomaar gefinancierd worden uit deze regeling. Om te voorkomen dat de regeling een prijsopdrijvend effect heeft of dat het geld terecht komt bij de oudere garde boeren en tuinders, zijn grond, productierechten en de bedrijfsovername zelf uitgesloten van deelname.
 
Wie kunnen van de regeling gebruikmaken?
Binnen drie jaar na de start of overname van een agrarisch bedrijf kan er gebruik worden gemaakt van de VVK. Ook personen die in de afgelopen drie jaar het bedrijf overgenomen hebben of zijn gestart, kunnen van deze VVK gebruikmaken. Zolang deze start of overname maar valt binnen de periode van drie jaar. De VVK is zowel voor jonge boeren als voor jonge tuinders. Een jonge boer of tuinder kan éénmalig gebruikmaken van de VVK.

Hoe kan ik de VVK aanvragen?
Vanaf 1 januari 2020 kun je via de Rabobank gebruikmaken van deze regeling, onder de voorwaarde dat de aanvrager na inzet van de VVK een minimale financiering bij de Rabobank heeft van EUR 1 miljoen. De andere banken doen niet mee met deze regeling. Het was voor hen niet inpasbaar. Wanneer de Rabobank akkoord gaat met de financieringsaanvraag, maar door onvoldoende solvabiliteit normaal minder zou kunnen uitlenen, kunnen zij zich nu beroepen op de borgstellingsregeling. Rabobank beslist of een VVK wordt ingepast als dat nodig is om te kunnen financieren. De Rabobank vraagt dan een borgstelling voor VVK aan via RVO. Het ministerie van LNV staat borg voor deze lening van de Rabobank en geeft niet zelf een lening. Als jonge boer of tuinder hoef je dus geen extra papieren aan te leveren of een aparte aanvraag in te dienen, maar je krijgt zo wel meer investeringsruimte.

Heb je interesse in de VVK?
Als je interesse hebt in een VVK dan kun je contact opnemen met je eigen accountmanager of met Jorrit Dekkers, Directeur Food & Agri Midden Brabant van de Rabobank, tel 06 – 22 21 20 31.

Fotograaf van bijgevoegde foto is Edwin Walvisch