Verslag van bijeenkomst met Elies Lemkes-Straver

Eerder hebben wij al met jullie de video naar het gesprek met Elies Lemkes-Straver gedeeld. Graag delen wij nu ook nog het verslag van deze bijeenkomst.
In dit gesprek ging onze voorzitter Robert Maas met de gedeputeerde Elies Lemkes-Straver in gesprek, over de te vormen beleidskader van 2030. Hiervoor hebben wij als BAJK een visie opgesteld om te kunnen delen met Elies. In het gesprek zijn drie thema’s besproken; duurzame teeltsystemen, zekerheid van ontwikkelruimte en continuïteit.

Hieronder het verslag:

 

In gesprek over het perspectief van de jonge boer

Samenvatting bijeenkomst 15 maart 2021

 

Elies Lemkes, gedeputeerde Landbouw en Voedsel: ‘Een belangrijk aandachtspunt in het beleidskader 2030 is dat we jonge boeren een toekomstperspectief willen bieden. Daarom wil ik graag in gesprek met het Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt (BAJK), zodat we een visie kunnen bepalen en kunnen ingaan op de vraag hoe we die visie vervolgens realiseren. En als je het toekomstperspectief centraal wilt stellen zoals ik dat wil, dan kun je dat niet doen zonder hen.’

Robert Maas, voorzitter BAJK: ‘Wij zijn blij dat mevrouw Lemkes ons de vraag stelde om in gesprek te gaan. Natuurlijk hebben wij daarop ja gezegd, want wij willen graag meedenken over de toekomst. Het is redelijk nieuw dat we daarvoor worden gevraagd en dat we laten zien wat wij denken dat de provincie kan meenemen in het beleidskader.

‘Het opstellen van onze eigen visie als BAJK is goed gegaan, we hebben in een aantal rondes met onze leden gesproken en zijn zo gekomen tot het eindproduct dat ik straks aan de gedeputeerde zal overhandigen. Ik ben er blij mee.’

Elies Lemkes: ‘Zo’n beleidskader heeft altijd een hoog abstractieniveau, dus waar zie je straks dingen terug? Daarom wijs ik er graag op dat we naast het kader ook uitvoeringsprogramma’s gaan maken.’

 

Thema 1: Duurzame teeltsystemen

Anton Bartelen, akkerbouwer in Oud-Gastel, zit sinds 2015 met zijn ouders en een broer in een maatschap: ‘Voor een gezonde toekomst van de landbouw in Brabant is de beschikbaarheid van voldoende water, met name zoet water, van cruciaal belang. Er zijn in Brabant tenslotte veel zandgronden met te weinig beschikbaar zoet water, en kleigronden die vanwege verzilting in diepere lagen ook beperkt zijn in zoet water beschikbaarheid. De afgelopen drie teeltseizoenen hebben nogmaals aangetoond hoe belangrijk voldoende zoet water is voor ons.’

Elies Lemkes: ‘Dat is inderdaad een wezenlijk onderwerp, want verdroging is een groot probleem in onze provincie. Uit mijn tijd bij ZLTO weet ik dat bedrijfswaterplannen een goede manier zijn om te laten zien wat je doet en ook toestemming te krijgen voor beregening.’

Anton Bartelen: ‘Andere vormen van beregening zijn een mooi voorbeeld van verduurzaming. Gelukkig hebben we sinds een aantal jaar weer de mogelijkheid om in Brabant nieuwe water- bronnen te boren voor beregening. Dit kan enkel met een vergunning, en is alleen beschikbaar voor bedrijven met zo’n bedrijfswaterplan. (waarin je aangeeft hoe je als bedrijf duurzaam gebruik maakt van dat water) Maar het zou ook mooi zijn als we beloond worden voor ook CO2-opslag en het vastleggen van stikstof. Verder is het op dit moment zo dat we binnen de mestwetgeving heel beperkt stikstof (N) en fosfaat (P) aan mogen voeren. Voor CO2 opslag is het gebruik van vaste meststoffen en compost extreem belangrijk, echter lopen we tegen de papieren mestruimte aan. De bemestingsnormen die nu gehanteerd worden zijn té krap, we voeren méér nutriënten af van ons perceel, dan dat we middels bemesting aan mogen voeren.

We zien de bodem verschralen, omwille van een papieren werkelijkheid. Dat is pertinent NIET duurzaam. Zolang we niet de ruimte krijgen om onze gewassen én onze bodem te voeden, zullen we kringlopen nooit kunnen sluiten.

Wat ons betreft wordt het tijd om de regels te veranderen zodat duurzame bemesting en CO2-opslag nog beter kan. Want op de huidige manier is de kringloop niet sluitend te krijgen.’

Elies Lemkes: ‘Maatwerk is in dit verband heel belangrijk, want de omstandigheden verschillen per gebied en per bedrijf. Wat vergoedingen betreft: we zijn op dit moment als provincie in gesprek met ZLTO om te bekijken of we tot een model kunnen komen om carbon credits te realiseren. En wat betreft water: ik wil met het waterschap in gesprek over structurele vergoedingen voor boeren. Verdienvermogen is dan ook een belangrijk thema in het beleidskader. Daar moeten we afspraken over maken. Een boer verkoopt eigenlijk diensten, want hij legt CO2 vast voor ons allemaal. Ik spreek daarover ook met het ministerie, want ook met hen wil ik werken aan een verdienmodel.’

Anton Bartelen: ‘De essentie van wat een agrariër doet, is voedsel produceren. De helft van de vijftigduizend bedrijven in Nederland verzorgt 92 procent van de productie. We zorgen dat mensen zorgeloos van eten kunnen genieten. Die kerntaak mag meer worden gewaardeerd, zodat we als agrariërs in staat worden gesteld om een eerlijke boterham te verdienen.’

Elies Lemkes: ‘Er moet inderdaad iets veranderen in het systeem. Gelukkig zie ik dat de landbouw- en voedselketen in beweging begint te komen. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om je als agrariër niet blind te staren en om ook te zeggen: “Mijn bedrijf verschiet van kleur.” Want er moet ook een knop om. Over tien jaar ben je als agrariër méér dan een voedselproducent.’

Anton Bartelen: ‘Verschieten van kleur en je bedrijf aanpassen, anders val je ertussenuit. Maar laten we niet vergeten dat Campina gecertificeerde boeren de laan uit heeft gestuurd. Dat de burger die eisen stelt aan de landbouw een andere is dan de consument die in de supermarkt voor het schap staat. Dat Nederland en de rest van Europa niet op één lijn zitten. Sterker nog, zelfs binnen Noordwest Europa lukt het niet om tot één beleid te komen. Het gevolg van dit alles is dat de gereedschapskist van de agrariër niet meer vol genoeg is om te kunnen meebewegen.’

Elies Lemkes: ‘Onze boeren lopen inderdaad voorop, de rest van Europa volgt. Al gebeurt er in andere landen ook best veel, hoor. De ontwikkelingen gaan dus door, alleen: je moet als agrariër wel mee kúnnen.’

Anton Bartelen: ‘De essentie van het primaire bedrijf moet bij de voedselproductie liggen en CO2-opslag moet iets extra’s zijn. Maar die opslag moet geen nieuw verdienmodel worden, want daar geloof ik niet in.’

 

Thema 2: Zekerheid van ontwikkelruimte

Gerben Boom, student aan de HAS, vice-voorzitter BAJK en zoon van een melkveehouder: ‘Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat er veel grond nodig is voor extensivering van bedrijven. Maar het is steeds lastiger om ons als bedrijven te ontwikkelen.’

Elies Lemkes: ‘Er is inderdaad toenemende druk op ruimte in Brabant. Het wordt passen en meten. Maar ook in de gebiedsgerichte aanpak rondom Natura 2000-gebieden wordt de landbouw nu meegenomen. Alle partijen in die gebieden inclusief boeren zijn met elkaar in gesprek. Ook in onze nota grondbeleid is aandacht voor het bieden van ruimte aan verschillende functies.’

Gerben Boom: ‘Het is juist dat ook woningbouw en natuur meer grond willen. Waar we als BAJK bevreesd voor zijn, is dat als we samenwerken met partijen er extra regels komen waardoor de ontwikkelruimte afneemt.’

Elies Lemkes: ‘De gebiedsgerichte aanpak is ook hier dé manier om de puzzel te leggen, denk bijvoorbeeld aan ruilverkaveling. De toekomst van de landbouw is een expliciet doel in alle stukken en alle discussies. Dat vind ik vooruitgang, want dat was niet zo.’

Gerben Boom: ‘Wij willen dat er kansen worden gegeven aan alle soorten bedrijven, ook aan de nieuwe en de innovatieve. Geef ook hen voldoende ontwikkelruimte. Het moet voor iedereen mogelijk zijn om boer te zijn, te blijven en wellicht zelfs te worden.’

Elies Lemkes: ‘Ook bodemkwaliteit is een belangrijk thema, zeker als het gaat om hoe productief je kunt zijn. En dankzij high tech kun je de bodem beter gebruiken.’

Gerben Boom: ‘We zijn al veel bezig met rijpadensysteem, wat goed is voor de biodiversiteit en wateropvang. Dat we daar al veel mee doen, mag meer aandacht krijgen.’

Elies Lemkes: ‘We stimuleren als provincie natuurinclusieve landbouw, óók bij jonge boeren, al zeg ik er eerlijk bij dat het iets is dat bij je moet passen.’

 

Vraag via Whatsapp: ‘Waarom staan we toe dat zonnepanelen een plek krijgen op landbouwgronden?’

Elies Lemkes: ‘We werken met een zonneladder en daarin staan landbouwgronden op de onderste plek. Op daken van bedrijven is juist nog veel te winnen.’

Gerben Boom: ‘Denk ook aan verzuring van de grond en de aanblik van de omgeving: doe dus eerst goed onderzoek voordat je aan zonnepanelen op landbouwgrond begint.’

 

Thema 3: Continuïteit

Wat heeft Robert Maas nodig richting 2030 als melkveehouder?

Robert Maas: ‘Gedegen beleid. Vorige week heeft de rechter een uitspraak gedaan over stikstof [deze rechter vernietigde de uitbreidingsvergunning van een Friese melkveehouder omdat onvoldoende was aangetoond dat toegepaste staltechnieken voldoende stikstofreductie realiseren]. Ik hoor van collega’s die zeggen: “Als het zo moet, dan zie ik het niet meer zitten.” Ik wil de gedeputeerde dan ook voorstellen om mensen met een goed innovatief plan via een hardheidsclausule gewoon hun ding te laten doen.’

Elies Lemkes: ‘Clausules gebruiken we al regelmatig. En we hebben ook duidelijk beleid uitgezet. Maar inderdaad, dan komt er zo’n uitspraak als in Friesland vorige week. We koersen op innovatieve stallen, houden rekening met de “time to market”. Maar landelijk en Europees beleid is nu eenmaal ook een realiteit. Er ligt een verplichting instandhoudingsdoelstelling: in 2035 moet vijftig procent onder de kritische depositiewaarde zitten. Alle gebieden met hoge zandgronden, zoals Brabant, hebben hetzelfde probleem: het zijn gebieden met te veel stikstof. We krijgen daarvoor veel gelden, we hebben zeventien Natura 2000-gebieden. En het is ons gelukt om niet alleen de landbouw, maar ook de industrie en de consument een steentje te laten bijdragen. Maar landbouw is natuurlijk wel een belangrijke factor.’

 

Welke investeringen moet je doen?

Robert Maas: ‘Ik zou investeren in een monovergister, als dit mij past. De ammoniak blijft daarin en methaan vang je af voor hoogwaardige grondstof. Wat ik nodig heb? Vlottrekking van de vergunningverlening en verruiming van het mestbeleid, zodat we kunstmestloos de kringloop kunnen sluiten.’

 

Wat verwacht Elies Lemkes qua voorbeelden van boeren?

Elies Lemkes: ‘Voorbeelden zoals Robert Maas die zojuist gaf, want we zijn met een omgevingsverordening bezig en daarin moet de agrarische sector deels nog worden ingevuld. Ik ga daarover graag met de sector in gesprek. Daarnaast hebben we contact met het ministerie en geven we onze ervaringen aan hen door. En in onze verordening mest wil ik mest zo breed mogelijk benaderen. Denk aan een uitvoeringsagenda mest, aan verwaarding van mest, en ik kan me heel goed voorstellen dat we ook daarover met de BAJK in gesprek gaan.’

 

Wat zijn jouw ervaringen als het gaat om het imago van de sector, Robert?

Robert Maas: ‘Het is altijd lastig als een buitenstaander komt vertellen dat wij het niet goed doen. Om te werken aan ons imago hebben we Trotse Jonge Boeren opgezet. De provincie geeft daar supergoed gehoor aan en het wordt steeds groter.’

Elies Lemkes: ‘Dat initiatief ondersteunen wij inderdaad graag. Zelf houd ik “agrofood talks” om te praten over de sector. Het doel is om zo een sneeuwbaleffect te creëren. Dat vind ik belangrijk, dus dat doe ik graag. Trots en waardering zijn heel belangrijk.’

 

Hoe worden onzekere factoren meegenomen in het beleid?

Elies Lemkes: ‘We moeten opnieuw kijken hoe we daarmee omgaan. De impact is groot, zie de veranderende regels, zoals rondom stikstof.’

Robert Maas: ‘Wij willen goed voedsel produceren en water is daarin een hoofdbestanddeel. Als wij de hele winter water infiltreren, moeten we in de zomer water kunnen gebruiken.’

Elies Lemkes: ‘Probeer als jonge boeren ook een doorkijk te maken en te kijken hoe je doorbraken kunt realiseren. Vasthouden aan wat je hebt, is niet altijd de juiste koers.’

Robert Maas: ‘De vraag is: Wordt het betaald? Dat willen we wel zien. Het is zaak om Hollandse producten voor de juiste prijs in de winkel te krijgen. Dan worden wij vanzelf duurzaam.’

Elies Lemkes: ‘Ik doel op water, bodem, mest: denk vooruit. Houd niet alleen vast aan vanouds, denk ook in verrassende oplossingen.’

Robert Maas: ‘Ik weet zeker dat wij voldoende buigzaam zijn om over dertig jaar nog steeds te boeren.’

Elies Lemkes: ‘Het visiedocument van de BAJK is gelukkig geen dik rapport geworden. Ik wil graag met de BAJK in gesprek over uitvoeringsagenda’s, want dat is lekker concreet. Ik neem hun visie mee in het beleidskader en zeker in die agenda’s. Ik hoop dat dit het begin is van een mooie samenwerking.’